Corporate of MKB?.

Wanneer we aan cultuur denken, denken we vaak aan culturele verschillen tussen landen of bevolkingsgroepen. Als er één plek is waar alle achtergronden bij elkaar komen, dan is het op de werkvloer. Organisaties van groot tot klein vertonen immers de dwarsdoorsnede van de samenleving. In mijn beleving verandert de bedrijfscultuur naargelang van de grootte van organisaties. Grote of kleine organisaties: wat onderscheidt hen van elkaar en wat past bij mij? Dat ben ik eens gaan uitzoeken.

Eenvoud: waar alles om draait.

Grote organisaties zijn nooit eenvoudig. In deze corporate omgevingen zijn dusdanig veel eilandjes gecreëerd en verschillende geluiden te horen, dat het lastig wordt om procesverbeteringen door te voeren. Weet ook maar eens draagvlak te creëren. In het MKB zijn daarentegen de grootte en flexibiliteit een kracht. Snellere besluitvorming en minder bureaucratie maken processen over het algemeen eenvoudiger.

Inzicht: wat meten we?

Een ander belangrijk verschil is inzicht. Ja, grote organisaties hebben vaak de financiële middelen, de systemen, de juiste mensen en de datasets ter beschikking. Toch is er vaak een gebrek aan inzicht doordat de zelf gecreëerde bureaucratie tegenwerkt en doordat men niet weet wat men wil meten. Kort gezegd, men weet de meetbare gegevens niet goed te definiëren. Laat staan dat iedereen dezelfde definities hanteert. Bij kleine organisaties is niet alles in beton gegoten, maar is vaak wel helderder waar men staat en waar men naartoe wil werken. De omvang helpt hier natuurlijk bij, waardoor men zich kan focussen op direct toepasbare inzichten.

Vrijheid: gehoorzamen of initiëren?

Kenmerkend voor grote organisaties zijn de hiërarchie en de gekaderde takenpakketten. Niet heel erg uitdagend als je het mij vraagt. Hoe anders is dat als we kijken naar kleine organisaties. Hier heerst een cultuur waar vanuit vrijheid eigen inbreng wordt gestimuleerd.  Een omgeving waar iedereen elkaar bij naam kent en waar de lijnen tussen afdelingen vaag zijn. Niet alleen uitdagend dus, maar ook een kans om met eigen initiatief invloed te hebben op de koers van de organisatie.

Realisme: no-nonsense.

Kleine organisaties hebben niet de budgetten om alles te doen. Misschien dat ze daarom creatief zijn om op eigen wijze toch dingen voor elkaar te krijgen. Ze zijn zich bewust wat wel en niet realistisch is. Bij grote organisaties kan juist overmoed voorkomen. Te hoge doelstellingen, te hoge werkdruk en beleidsmatige discussies komen de bedrijfsvoering niet ten goede. Hier mis ik toch een stukje nuchterheid.

Conclusie

Begrijp me niet verkeerd. Grote én kleine bedrijven zijn absoluut noodzakelijk. Het trekt alleen andere types aan. Als starter ben ik me bewust van de voor -en nadelen van beide organisatiegroottes. Kies ik voor een tweejarig traineeship waarbij alles voor me is uitgestippeld, of toon ik een stukje ondernemerschap en sluit ik me bij een klein bedrijf aan?

Dat laatste is het geworden. Momenteel zit ik bij Forfacts op mijn plek. De nuchterheid en ambitie om allerlei zaken te vereenvoudigen heeft me vanaf het begin enthousiast gemaakt. Natuurlijk, dat dragen we extern uit, maar dat begint al bij onszelf. We houden de lijntjes kort, zijn transparant in onze besluitvorming en maken dingen bespreekbaar. Ten slotte ervaar ik veel afwisseling in mijn werk. Ik bedoel, nu heb ik gewoon dit artikel geschreven. Iets dat niet echt tot mijn dagelijkse werkzaamheden behoort.